Skip to content

Een week geleden zat ik in de stoel tegenover mijn psycholoog. Het was een hectische week geweest en er waren veel moeilijke dingen op mijn pad gekomen. 

Terwijl ik daar zat, in het gezellige zolderkamertje met een lekkere warme tas thee, besefte ik me opeens goed dat ondanks de grote externe chaos die mijn leven soms kan zijn, het vanbinnen eigenlijk steeds rustiger wordt. 

Vaak vereenzelvigen we ons bewust of onbewust met onze gedachten. We geloven dat wij onze gedachten zijn. Maar dat is niet zo. Hoe ik het ooit te horen kreeg in een therapie was; als wij de lucht zijn, dan zijn onze gedachten de wolken die sporadisch voorbij komen waaien. En dat doen ze ook letterlijk, voorbij waaien. Maar wat er vaak gebeurt, is dat we ingaan op onze gedachten. We luisteren ernaar en geven het de foute hoeveelheid aandacht. We vergeten afstand te nemen en beschouwen onszelf niet langer als de lucht, maar als de wolk zelf. 

Steeds beter kan ik mijn wolken doorzien. Zo krijg ik nog vaak nare en enge gedachten, maar ik ben aan het leren hier afstand van nemen. Ik ga in gesprek met mezelf en niet langer met de gedachten. Ik kies er bewust voor om afstand te nemen van de gedachten die in me opkomen. Soms zorgt dat voor grappige momenten. Hoe meer je je gedachten bekijkt als bezoekers, hoe meer je beseft dat die bezoekers soms wel rare dingen zeggen. Dingen die je waarschijnlijk zelf nooit tegen iemand zou zeggen en moest iemand ze tegen jou zeggen, zou je toch ook eens raar kijken.

Door controle te nemen over welke gedachten ik aandacht wil geven en welke niet, merk ik een enorm verschil in hoe ik me voel. 

Zoals ik al zei; buiten mezelf is er veel lawaai, onrust en chaos. Maar steeds meer leer ik mijn eigen huisje, mijn lichaam, een plaats van liefde en rust te laten zijn.

Het wordt dus steeds stiller. Het is in die stilte dat mijn lichaam opeens luid begon te roepen. Er zat zoveel spanning, pijn en ongemak vast in mijn lichaam. 

Al jaren leefde ik niet meer in mijn huisje. Al jaren probeerde ik zo min mogelijk te luisteren naar wat mijn lichaam me wou vertellen. En nu, nu ik stilaan thuiskom, vraagt mijn lichaam om verzorging. Alsof het al een hele tijd mij probeert te steunen, maar nu ook eens nood heeft aan mijn steun.

Het klinkt allemaal zo duidelijk wanneer ik het hier opschrijf, ook voor mezelf. Maar het blijft een proces, het blijft een ding waar ik mezelf dagelijks, meermaals aan moet herinneren; ik ben thuis. 

Maar nu ik weet dat ik thuis ben, kan ik eindelijk beginnen met mijn beschadigde huisje op te knappen. Een project op lange termijn dat met veel liefde en geduld zal moeten gebeuren. Dat ben ik mijn lichaam verschuldigd na al die jaren van pure verwaarlozing. 

Ik zie je graag mijn lieve lijf.
Ik beloof dat ik nu voor altijd thuis blijf. 

Veel liefs, 

Jana

About Post Author